FAQ

Wat gebeurt er met Lokale diensteneconomie (LDE) ondernemingen en hun LDE-werknemers na de invoering van individueel maatwerk (IMW) – voorzien op 01/07/2023?

Bestaande LDE-ondernemingen behouden hun erkenning.

LDE-ondernemingen hebben twee mogelijkheden:

  1. Verdergaan als reguliere onderneming met individueel maatwerk. Voor de zittende doelgroepwerknemers LDE (tewerkgesteld op 30/06/2023) kan de vergoeding voor het inschakelingstraject (niet de SINE-voordelen) wel behouden blijven onder de vorm van een ‘tijdelijke vergoeding’, die wordt toegekend voor de resterende duurtijd van het inschakelingstraject. Deze tijdelijke vergoeding is uiteraard niet cumuleerbaar met het WOP binnen individueel maatwerk, mocht de werknemer worden geëvalueerd door de VDAB met oog op de toekenning van een WOP individueel maatwerk.
  2. Omzetting van de inschakelingstrajecten in WOP-pakketten collectief maatwerk. Dit kan gebeuren via de ‘inkanteling’ van de LDE-werking in een bestaand maatwerkbedrijf of kan leiden tot de oprichting van een nieuwe maatwerkbedrijf. Hierbij gelden de volgende regels:
  • Indien er ook een nieuw MWB wordt opgericht, moet het MWB binnen de 4 (in plaats van 2 jaar) voldoen aan de 55%-norm en moet het binnen de 4 jaar tewerkstelling bieden aan 20 VTE doelgroepwerknemers (collectief maatwerk);
  • Indien de LDE-onderneming bewijst dat ze voldoet aan de voorwaarden van artikel 4 van het maatwerkdecreet (organisatievoorwaarden collectief maatwerk) wordt het vrijgesteld van aanmelding als MWB (en is er dus geen evaluatie van de commissie sociale economie).
  • De zittende doelgroepwerknemers (tewerkgesteld op 30/06/2023) ontvangen een (tijdelijk) WOP-pakket 40 laag voor de resterende duur van het inschakelingstraject (of tot hun uitdiensttreding).
  • Na uitdiensttreding van de zittende doelgroepwerknemers of na afloop van diens inschakelingstraject, wordt het inschakelingstraject op ‘budgetneutrale’ wijze omgezet in een (permanent) contingent collectief maatwerk. De omzettingsratio zal afhankelijk zijn van de gemiddelde ‘dagprijs’ voor een VTE collectief maatwerk op dat moment. Voor de omzettingen in 2023 zal de ratio van 1 LDE naar 0,7 CMW worden gehanteerd. Dit wordt jaarlijks herbekeken.

 

LDE-ondernemingen die de stap naar MWB willen zetten moeten er wel mee rekening houden dat de typische CMW-werknemer (of doelgroepwerknemer in CMW) een nog grotere afstand tot de arbeidsmarkt heeft dan de typische LDE-werknemer.  Na een eerste fase, waarin je LDE-werknemers CMW-werknemers met een tijdelijke WOP worden, zal je ze moeten vervangen door werknemers die door VDAB als CMW-werknemers worden ingeschat. De cruciale vraag is dus of je economische activiteit geschikt is om te worden uitgevoerd door CMW-werknemers.

Bekijk hier de presentatie van WSE over de overgangsregeling voor LDE.