FAQ

Wat gebeurt er met de werknemers LDE na afloop van de overgangsregeling? Is er nog een doorstroomtraject?

Voormalig LDE-werknemers in een overgangsstelsel (binnen individueel maatwerk met een tijdelijke vergoeding of met een tijdelijke WOP 40 laag) blijven in dit overgangsstelsel voor de resterende tijd van hun inschakelingstraject.

Bij een omzetting naar collectief maatwerk, is er op het einde van het inschakelingstraject een (doorstroom)evaluatie door de VDAB. Er zijn verschillende scenario’s mogelijk:

– De VDAB stelt vast dat er nog steeds behoefte is aan een WOP collectief maatwerk. Er komt een nieuw advies collectief maatwerk en de VDAB stelt jobafhankelijk de behoefte vast. Daarnaast moet het maatwerkbedrijf zelf een koppeling maken tussen een vacature en de werknemer opdat de maatwerksubsidie zou starten.
– De VDAB stelt vast dat er geen behoefte meer is aan een WOP collectief maatwerk, maar het maatwerkbedrijf wil de werknemer in dienst houden. De werknemer stroomt dus intern door. Het WOP collectief maatwerk wordt stopgezet, maar de werknemer kan wel geïndiceerd worden voor individueel maatwerk (startpakket);
– De VDAB stelt vast dat dat er geen behoefte meer is aan een WOP collectief maatwerk en de werknemer kan niet intern doorstromen. Er wordt een doorstroomtraject opgestart na afloop waarvan de werknemer doorstroomt of uit dienst treedt.

Op het eind van het inschakelingstraject wordt het contingent ook uitgebreid volgens de omzettingsratio van het betreffende jaar. Voor 2023 was dat 0.7 VTE structureel contingent voor 1 VTE tijdelijk contingent. Na afloop van elk kwartaal ondertekent de minister de besluiten die de uitbreiding vastleggen, en krijgen de betrokken bedrijven ook een brief met de bevestiging daarvan.

Bij een keuze voor individueel maatwerk, is er op het einde van de overgangsregeling geen doorstroomtraject meer. Als de werkgever de werknemer in dienst wil houden met ondersteuning, dan moet er een evaluatie worden aangevraagd.

Een evaluatie moet altijd worden gevraagd als er nog een ondersteuning nodig is, zowel bij een verderzetting na de overgangsmaatregel onder collectief maatwerk als bij een verderzetting onder individueel maatwerk.