FAQ

Hoeveel bijkomende verlofdagen of VAP-dagen moet een werkgever bij uitdiensttreding uitbetalen? Is dit prorata de gewerkte periodes in dat jaar?

Voor de bijkomende verlofdagen in de categorie van 35 tot 44 jaar is de regeling duidelijk: het aantal uit te betalen verlofdagen is afhankelijk van de geleverde prestaties in het voorafgaande kalenderjaar.

Voor de VAP-dagen vanaf 45 jaar is de regeling minder duidelijk. De cao geeft hier geen concrete aanwijzingen. De rechtspraak trekt in dat geval de analogie met arbeidsduurverminderingsdagen (ADV-dagen). Dit betekent dat het aantal VAP-dagen waarop een werknemer over het hele jaar recht heeft, bij uitdiensttreding moet worden geproratiseerd in verhouding tot de in dat kalenderjaar gewerkte periode. De dagen die de werknemer heeft opgenomen, worden van dat resultaat afgetrokken.

Vb. een werknemer (58+, recht op 10 VAP-dagen) treedt op 31 maart uit dienst. Hij heeft één VAP dag opgenomen. De werkgever moet bij uitdiensttreding 1,5 VAP-dagen uitbetalen (10 X 3/12 = 2,5 VAP-dagen min één opgenomen VAP-dag).