De Vlaamse Regering keurde op 25 oktober definitief een besluit goed dat het kader individueel maatwerk op twee punten verbetert.

Enerzijds wordt een ongelijkheid aangepakt bij de subsidie voor een persoon met een advies collectief maatwerk voor uiterst kwetsbare werknemers (UKW) die wordt tewerkgesteld met werkondersteunende maatregelen binnen individueel maatwerk. Voordien was de loonpremie in IMW bij een behoefte van maximaal 2 jaar steeds beperkt tot 20%, terwijl dezelfde persoon in collectief maatwerk een WOP 45% laag ontvangt. De loonpremie in IMW wordt dus verhoogd van 20% naar 45% wanneer een persoon met dit advies (UKW) wordt tewerkgesteld met een ondersteuning IMW. Aan de begeleidingspremie wordt niet gesleuteld.

Daarnaast worden de concrete bedragen van de tijdelijke vergoedingen in de overgangsregelingen voor LDE en MWA voortaan in de regelgeving vastgelegd. De tijdelijke vergoeding binnen de overgangsregeling LDE is vastgelegd op 15 666,51 EUR op jaarbasis (index: juni 2023), binnen de overgangsregeling voor maatwerkafdelingen is dit 617,96 EUR per kwartaal voor de vaste begeleidingspremie en 1349,69 EUR of 759,40 EUR per kwartaal voor de variabele begeleidingspremie (hoog/midden) (index: juni 2023). Dit moet ervoor zorgen dat de betaling ervan niet via periodieke individuele subsidiebesluiten moet verlopen en de toekenning dus veel efficiënter en transparanter kan gebeuren. De nieuwe regeling gaat in vanaf de tijdelijke vergoedingen voor het vierde kwartaal (vanaf 1 oktober 2024).