Het gaat om personen die aan volgende criteria beantwoorden (artikel 2 BVR van 23 december 2016):
– De persoon heeft gebrek aan werkervaring;
– De persoon heeft gebrek aan generieke competenties die van elke werknemer verwacht wordt, ongeacht de functie;
– De persoon is niet instaat om onmiddellijk door te stromen naar de reguliere arbeidsmarkt;
– De persoon beschikt over voldoende leerpotentieel om binnen maximaal 24 maanden inzetbaar te zijn voor de reguliere arbeidsmarkt.
Het gaat dus in principe niet om personen voor wie de sociale economie het hoogst haalbare is. Het OCMW maakt de inschatting of een artikel 60 §7-tewerkstelling passend is.