De sectoren opgesomd in artikel 1, 1°, a) tot p) van het KB van 18 juli 2002 (KB sociale maribel) (bijvoorbeeld, de socio-culturele sector van het paritair comité 329.01) moeten 3/4de van de vrijstelling doorstorten aan het bevoegde maribelfonds. Ze dienen hiertoe 3/4de van de vrijstelling afzonderlijk aan te geven onder een specifieke code.
Maatwerkbedrijven (die behoren tot het paritair comité 327.01 bedoeld in artikel 1,1°, q) van artikel 1 van het KB sociale maribel) moeten dit niet doen en kunnen de vrijstelling dus integraal behouden.