Nieuws

Lokale hefbomen voor een sterke sociale en circulaire economie

Gepost op 13 december 2024

Collega’s Evelyn (adviseur arbeidsmarkt en sociaal beleid) en Yves Vercruysse (adviseur circulair ondernemen) komen in de nieuwste editie van het VVSG magazine ‘Lokaal’ aan het woord over de lokale meerwaarde van de sociale circulaire economie. Hieronder lees je het volledige artikel dat op 12 december in Lokaal verscheen.

Eén baan in de sociale economie levert een nettowinst van maar liefst 14.500 euro op. Naast de medewerker zelf, de bovenlokale overheden en de bedrijven genieten ook de lokale besturen mee van dit terugverdieneffect. Omgekeerd hebben zij belangrijke hefbomen in handen om de lokale economie inclusiever te maken, met respect voor de grenzen van de planeet. Met de installatie van de nieuwe gemeentebesturen en het BBC-planningsjaar in aantocht inspireert HERW!N, het collectief van sociale en circulaire ondernemers, graag met enkele straffe praktijken en beleidsideeën.

Sociale economie is de verzamelterm voor verschillende werkvormen waarin personen in een kwetsbare arbeidsmarktpositie terechtkunnen. Maatwerkbedrijven hebben voornamelijk mensen in dienst met een advies collectief maatwerk. Recent zagen ook de STO’s, of de Sociale Tewerkstellingsondernemingen, die zich toespitsen op tewerkstelling via individueel maatwerk, het licht. Daarnaast biedt de sociale economie ook plaats voor arbeidsmatige activiteiten en andere tewerkstellingsmaatregelen. In deze boeiende, complexe sector de circulaire economie te verbinden.

 

 De troef van een sterke lokale inbedding van sociale en circulaire ondernemingen is ook Vlaanderen niet ontgaan. Het nagelnieuwe Vlaamse regeerakkoord bevestigt deze trand en spreekt over ‘een structurele rol voor de lokale besturen.

Eén antwoord voor tig lokale vragen

Sterke lokale verankering typeert de leden van HERW!N. Via opdrachten als groenonderhoud, inzameling en hergebruik of fietsonderhoud worden inwoners die anders moeilijk aansluiting vinden op de arbeidsmarkt, deel van het sociale weefsel in hun buurt. Dit geeft hun zelfvertrouwen en kansen om competenties op te bouwen met uitzicht op duurzame tewerkstelling. Ook de klanten en gebruikers van deze diensten zijn vaak inwoners van het sociaal restaurant die van een gezonde maaltijd geniet, soms tegen een verlaagd tarief, de huurder van een sociale woning bij wie kleine renovatiewerken worden uitgevoerd, maar evengoed een lokaal bedrijf dat enkele deeltaken uitbesteedt of iemand die tuinonderhoud nodig heeft.

Daarnaast zijn sociale ondernemingen ook de partners bij uitstek voor opdrachten waar de reguliere bedrijven geen markt in zien. Denk bijvoorbeeld aan de controle van de hydranten voor de Watergroep door Werkplus Waregem of de bedeling van de bewonersbrieven door Weerwerk.

Vaak gaat het om circulaire of klimaatvriendelijke activiteiten. Het bekendste voorbeeld zijn de Kringwinkels, die jaarlijks zes kilo herbruikbare spullen per Vlaming realiseren door lokale inzameling, sortering en verkoop van spullen die anders worden weggegooid. Maar ook kleinere initiatieven verdienen opschaling: dat geldt bijvoorbeeld voor de fietskoerier die boodschappen van de markt aan huis brengt, het inzamelen en opknappen van weesfietsen, het onderhoud van deelfietsen of de aanleg en het onderhoud van trage wegen en natuurgebieden.

Een sterk lokaal bestuur

Die troef van een sterke lokale inbedding is ook Vlaanderen niet ontgaan; de vorige regering gaf al een grotere bevoegdheid aan steden en gemeenten op dit domein. Zo maakt het Pact Samen en Lokaal voor Werk van de VVSG en de SERV ‘ruimte voor gedifferentieerd lokaal beleid om optimaal in te spelen op de lokale arbeidsmarktnoden’, en kregen de 39 lokale regisseurs Sociale Economie en Werk een uitgebreider takenpakket. Het nagelnieuwe Vlaamse regeerakkoord bevestigt deze trend en spreekt over ‘een structurele rol voor de lokale besturen’.

Die versterkte lokale beleidsruimte biedt gigantische mogelijkheden, maar vraagt ook verantwoordelijkheid, creativiteit en sociale en circulaire ambities van de lokale besturen. Scherpe beleidskeuzes in de nieuwe meerjarenplanning zijn hiervoor onmisbaar. Ter inspiratie lichten we drie concrete actiepunten uit het HERW!N-memorandum toe.

Vlottere matching van werkzoekenden

Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt zijn er vandaag nog heel wat mensen in een kwetsbare arbeidsmarktpositie. De VDAB noteerde in oktober 2024 211.168 werkzoekenden zonder werk, waarvan maar liefst 55% met een lange afstand en 27% met een gemiddelde afstand tot de arbeidsmarkt. Deze mensen kunnen gebaat zijn bij een baan op maat in de sociale economie. Lokale besturen kunnen veel doen om die toeleiding vlotter te doen verlopen via bestaande OCMW-dienstverlening, outreachend werk of allerhande samenwerkingen met het lokale middenveld. Daarnaast kunnen lokale partnerschappen structureel samenwerken met de sociale ondernemers in de regio wanneer stappen naar werk aan de orde zijn.

Bijna negentig steden en gemeenten hebben al een indiceringsconsulent in dienst bij hun OCMW of via een intergemeentelijke samenwerking. We hopen dat deze goede praktijk zich verder verspreidt. De maatschappelijk werker kan, na een VDAB-opleiding tot indiceringsconsulent, een dossier opstellen dat staaft waarom iemand in aanmerking komt voor tewerkstelling in de sociale economie. Zeker – maar niet alleen – voor leefloners die deze stap willen zetten, vormt dit een belangrijke schakel. Katrien van Kemmel werkt als indiceringsconsulent voor OCMW Gent en beaamt: ‘Doordat we zelf kunnen indiceren, nemen we drempels weg. Wij kennen de cliënten al; ze hoeven hun verhaal dus niet nog eens helemaal opnieuw te doen bij een VDAB-consulent. Bovendien doen veel van de cliënten al (een eerste) werkervaring op in het kader van Artikel 60/TWE OCMW. Wanneer dan blijkt dat ze in aanmerking komen voor maatwerk, kan die werkervaring meteen gebruikt worden voor de indicering. Zo kunnen we snel en efficiënt informatie uitwisselen en vermijden we dat er gaten in de procedure vallen. Dat is zeer belangrijk, want voor deze vaak zeer kwetsbare mensen biedt werk een belangrijke houvast.’

Sociaal en duurzaam aankoopbeleid

Het lokale aankoopbeleid biedt een andere krachtige hefboom om zowel sociale als duurzame impact te realiseren. Meer dan de helft van het overheidsbudget gaat naar aankopen. Vlaanderen ontwikkelde recent een geactualiseerde handleiding en modelclausules voor Voorbehouden Opdrachten. Door in het eigen aankoopbeleid voorrang te geven aan diensten en producten van sociale en/of circulaire ondernemingen creëer je lokale werkgelegenheid voor inwoners in een kwetsbare arbeidsmarktpositie en realiseer je ook je duurzaamheidsdoelstellingen. Op de VVSG-website vind je een stappenplan voor circulaire aankopen.

Randvoorwaarden om te kunnen werken

Tot slot is het belangrijk de randvoorwaarden te creëren voor tewerkstelling van mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie. Denk aan de organisatie van een Digipunt binnen een sociale-economieonderneming of het ter beschikking stellen van fietsen.

Een STO

  • is een Sociale Tewerkstellingsonderneming, een nieuw ondernemingslabel dat geldig is vanaf 1 januari 2025.
  • stelt 30% van de werknemers tewerk met een advies individueel maatwerk.
  • beschikt over een kwaliteitslabel van WSE (werk en sociale economie).
  • heeft de statutaire doelstelling werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt degelijk te begeleiden en competentieversterkend in te schakelen.
  • heeft een beperkte winstuitkering.
  • kan intekenen op overheidsopdrachten met sociale clausule.
  • kan in opdracht van een lokaal bestuur een aanvullend lokaal dienstenaanbod uitwerken.
  • werd vastgelegd in het decreet van 22 maart 2024 over de ondersteuning van sociale economie en maatschappelijk verantwoord ondernemen en het bijhorend uitvoeringsbesluit van 6 september.

 

 

 

 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het VVSG-magazine lokaal op 12 december 2024.