-
1. ARBEIDSMARKT
Beperking van werkloosheidsuitkeringen en het vangnet van de sociale economie
Veruit het meest relevante onderdeel voor de sociale economie is het luik arbeidsmarkt. In het kader van de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd tot twee jaar, is er sprake van een ‘ultiem jobaanbod’ aan de werkzoekende door de VDAB richting het normaal economisch circuit. Voor de groep met een (geïndiceerde) arbeidsbeperking zal er volgens het regeerakkoord een job zijn in de sociale economie. En plus zegt het regeerakkoord dat daarvoor een groeipad nodig zal zijn dat dit ook nog eens financieel zal worden gecompenseerd.
Historisch!?
Toegegeven, we zien de sociale economie liever geportretteerd als pioniers naar een inclusievere arbeidsmarkt dan als redmiddel om een sanctie in de uitkeringsverzekering te ontlopen. Als we dus een oogje toeknijpen voor de context waarin de sociale economie wordt vermeld, moeten we wel gewagen van een historisch precedent. Voor het eerst stuurt het federaal niveau aan op het versterken van de sociale economie en neemt het daarvoor haar financiële verantwoordelijkheid. Het feit dat we met afspiegelingscoalities zitten zal daar niet vreemd aan zijn. En natuurlijk ook dankzij de vasthoudendheid van HERW!N om bij beleidsmakers telkens opnieuw op de nagel van de staatsstructuur te blijven kloppen.
25 miljoen!?
Het regeerakkoord kan uiteraard geen uitvoering geven aan Vlaamse bevoegdheden. De vraag is dus of de daad bij het woord zal worden gevoegd. Komt er nog een groeipad in collectief maatwerk naast de reeds beloofde 1000 plaatsen? Dit is niet duidelijk, het regeerakkoord kan even goed verwijzen naar het reeds beslist beleid. De begrotingstabel voorziet alvast 25 miljoen voor de sociale economie (te verdelen over de drie gewesten) en dit reeds vanaf 2026.
Wat met de samenlevingsjobs?
En hoe verhoudt deze bepaling zich tot de samenlevingsjobs die aan werkzoekenden in Vlaanderen worden aangeboden vanaf 1 jaar werkloosheid? De samenlevingsjob kan onmogelijk het antwoord zijn op een verlies aan uitkering. De sociale economie staat in elk geval klaar om mensen die uit de boot vallen, op te vangen. Laat het een stimulus zijn voor de VDAB om de toeleiding vlotter en sneller te organiseren.
À propos en niet onbelangrijk, ook de inschakelingsuitkering voor schoolverlaters wordt aanzienlijk gekort, tot maximaal 1 jaar. Jonge schoolverlaters zonder werk zullen noodgedwongen op een leefloon beroep moeten doen. Ook daar kan de sociale economie dus een rol van betekenis spelen.
Andere hervormingen van de arbeidsmarkt
De andere hervormingen laten zich samenvatten in twee kerngedachtes: flexibilisering en vereenvoudiging.
Familiekrediet
Het familiekrediet is een rugzakje aan verlofrechten dat vasthangt aan het kind. Niet veel nieuws onder de zon, behalve de voorziene mogelijkheid om ook grootouders ervan gebruik te laten maken. Dat het familiekrediet in de begrotingstabellen is ingeschreven als een besparing, doet vermoeden dat er toch meer aan de hand is dan louter harmoniseren en vereenvoudigen.
Aanwerven
De regering wil ook de tijdelijke en/of soepele overgang van personeel naar een andere werkgever stimuleren. We zijn benieuwd of dit nieuwe opportuniteiten schept in het kader van doorstroom.
De proefperiode maakt een terugkeer in 2025. De Wet op het Eenheidsstatuut had de proeftijd opgeheven. Binnen de eerste 6 maanden van de arbeidsovereenkomst zal nog slechts een opzegtermijn van 1 week gelden.
Voor nieuwe aanwervingen wordt de opzegtermijn bij ontslag geplafonneerd op 52 weken. Werknemers zullen één keer in hun loopbaan zelf ontslag kunnen nemen met behoud van het recht op uitkeringen. Daarvoor moeten ze wel al minstens 10 jaar gewerkt hebben. Voor niet verkozen kandidaten bij sociale verkiezingen wordt de ontslagbescherming verkort van 2 jaar tot 6 maanden.
Flexibiliteit in contract en uren
Flexijobs zouden mogelijk worden in alle sectoren en dus ook in de maatwerksector. Waar sociale partners nu kunnen beslissen tot een opt-in, wordt het omgedraaid, sectoren kunnen de toepassing uitsluiten (opt-out) of reguleren.
Er komt één aantrekkelijk systeem van vrijwillige overuren met een quotum van 360. De relance-uren (120 vrijwillige overuren waarbij bruto = netto tot 30 juni 2025) krijgen dus een opvolger.
De minimale wekelijkse arbeidsduur van 1/3de van een voltijdse wordt afgeschaft, net als het verbod op nachtarbeid en de verplichte wettelijke sluitingsdag. Niet elk uurrooster moet nog opgenomen worden in het arbeidsreglement als de grenzen van flexibiliteit duidelijk worden omschreven.
Het contingent uren voor studenten wordt permanent 650. Studentenarbeid wordt mogelijk vanaf 15 jaar.
De federal learning account en de startbaanverplichting worden geschrapt. Er komt een administratief minder belastend alternatief voor de FLA. Personeelsdiensten aller lande slaken een zucht van opluchting.
De nieuwe instroom in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) wordt vanaf de datum van het regeerakkoord stopgezet, behalve bij herstructurering of collectief ontslag of bij medisch SWT. De timing is opmerkelijk, het regeerakkoord creëert zo wel rechtsonzekerheid, aangezien verschillende stelsels (lange loopbaan, zwaar beroep) volgens de cao’s nog lopen tot 30 juni van dit jaar. SWT voor doelgroepwerknemers collectief maatwerk vanaf 58 jaar en 35 jaar loopbaan valt onder het stelsel ‘medisch SWT’ en blijft dus behouden, maar de toegang zal strikter worden gemonitord.
De regering verwacht van de sectoren een inspanning van 3% werkgeversbijdrage voor de uitbouw van het aanvullend pensioen tegen 2035. Ter info, er is in de maatwerksector op dit moment een bijdrage van 0,24%. Daarnaast wordt de mogelijkheid van een halftijds pensioen onderzocht.
-
-
2. LANGDURIG ZIEKEN
De begeleiding en re-integratie van langdurig zieken is volgens het akkoord een van de belangrijkste werven van de komende regering. Het akkoord richt haar pijlen op alle betrokken partijen: werkgevers, werknemers en mutualiteiten. Alle maatregelen zijn erop gericht de langdurig zieke zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen.
Bijdrage RIZIV-uitkering
Werkgevers zullen gedurende de eerste 2 maanden van de primaire arbeidsongeschiktheid een bijdrage verschuldigd zijn van 30% van de RIZIV-uitkering, behalve bij 55+’ers. KMO’s zijn uitgezonderd, al is het niet duidelijk wat in dit kader wordt begrepen onder KMO en waar men de drempel zal leggen (50 werknemers? 250?). Deze maatregel vervangt de responsabiliseringsbijdrage bij bovengemiddelde instroom in invaliditeit. Van deze bijdrage was de maatwerksector uitgezonderd. Het lijkt ons niet meer dan logisch dat deze uitzondering blijft gelden in het kader van de nieuwe maatregel.
Gewaarborgd loon
Anderzijds worden de verplichtingen inzake gewaarborgd loon voor werkgevers verlicht. Er is op dit moment sprake van herval als de werknemer opnieuw ziek wordt binnen de 14 dagen. Deze ‘hervaltermijn’ binnen dewelke er niet opnieuw gewaarborgd loon is verschuldigd, wordt verlengd tot 8 weken. Bij progressieve tewerkstelling is er (opnieuw) geen gewaarborgd loon verschuldigd. De wetswijziging van 2022 die het gewaarborgd loon opnieuw verschuldigd maakte vanaf 20 weken werkhervatting, wordt zo teruggedraaid.
De procedure medisch overmacht kan nu ten vroegste opgestart worden na 9 maanden arbeidsongeschiktheid. Dit wordt verkort naar 6 maanden.
Medisch attest
Werknemers zullen niet 3 maar slechts 2 keer per jaar meer afwezig kunnen zijn zonder medisch attest. Het medisch attest wordt in bepaalde gevallen ook hervormd naar een geschiktheidsattest (‘fit note’) waarbij wordt aangegeven wat de werknemer eventueel wel nog kan. Medische attesten zullen na 1 maand arbeidsongeschiktheid ook gedeeld moeten worden met de arbeidsarts en de adviserende artsen van de mutualiteit.
Voorschrijfgedrag van behandelende artsen wordt strenger gemonitord via data-analyse en een digitaal meldpunt bij de inspectiediensten bij verdachte medische attesten.
Re-integratie
Langdurig zieken kunnen 10% van hun uitkering verliezen wanneer ze administratieve verplichtingen niet nakomen of niet opdagen bij een afspraak met de Terug Naar Werk-coördinator of de arbeidsbemiddelingsdienst. Langdurig zieken met een arbeidspotentieel die niet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst zullen zich verplicht moeten inschrijven bij de VDAB. Voor langdurig zieke werknemers zullen de re-integratietrajecten worden hervormd zodat ze ook rekening houden met een tewerkstelling bij andere werkgevers.
De financiering van de werkingskosten van ziekenfondsen wordt meer afhankelijk gemaakt van geslaagde re-integraties. Ook de VDAB zal financieel beloond worden bij geslaagde werkhervattingen.
Toeleiding
We hebben in Vlaanderen 251.266 langdurig zieken ten opzichte van 214 869 werkzoekenden[1]. Voor heel wat langdurig zieken wordt de stap naar de reguliere arbeidsmarkt niet meteen overbrugbaar. De sociale economie kan dus ook voor deze groep haar rol volop spelen, maar dan moet er afgestapt worden van verkokerde procedures. HERW!N pleit er in elk geval voor om de actoren binnen de mutualiteiten (vb. terug naar werkcoaches) ook de bevoegdheid te geven om na een opleiding personen toe te kunnen leiden naar de sociale economie.
-
3. KOOPKRACHT
Het minimumloon zal ook in 2028 met 35 EUR worden verhoogd, naast de reeds besliste verhoging op 1 april 2026. Door ingrepen in de fiscaliteit moet voor het minimumloon bruto gelijk staan aan netto.
De maximale werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques zal twee maal met 2 EUR verhoogd worden. Op dit moment bedraagt die 6,91 EUR. Andere cheques (ecocheques, cultuurcheques,…) worden dan weer uitgedoofd. Dit zal een herbestemming vergen van de VIA middelen bestemd voor de sectorale ecocheques.
-
4. CIRCULAIRE ECONOMIE
Met het uitdoven van de ecocheques is de toon direct gezet over de ambities van de volgende regering over klimaattransitie en circulariteit. De federale regering beperkt zich tot één zinnetje in het regeerakkoord, waarbij ze belooft de circulaire economie te ondersteunen. Het vergt al wat dieper graafwerk om tot het korte ketenverhaal te komen de wil om te sensibiliseren en aanzetten tot duurzaam en lokaal consumeren. Ah ja en voortaan wordt greenwashing wettelijk gezien als een misleidende handelspraktijk.
Doortastende maatregelen?
Voor de circulaire economie en klimaattransitie worden onrechtstreekse maatregelen voorzien. Met een fiscale hervorming zal ondernemerschap gestimuleerd worden, liefst voor circulaire innovaties. De focus ligt hierbij op de energietransitie. Verder wil men het schenken van goederen door bedrijven aan liefdadigheidsorganisaties fiscaal aantrekkelijker maken en de grote afvalberg en uitstoot die gepaard gaan met geleverde en teruggezonden goederen aanpakken. Om dat allemaal te bereiken werkt men aan een opvolger voor het federaal actieplan voor circulaire economie.
Uitwerking niet voor de federale regering
Er zal nog veel werk nodig zijn om deze aangekondigde maatregelen concreet uit te werken en men kijkt als federale overheid ook vooral naar de gewesten en de EU. Dit vooral in het kader van normering, labelling en uniforme regels over import en export.
Duidelijk is dat de transitie naar een circulaire economie nu vooral als een zaak van de economie en middenveld zelf wordt gezien en speelt de overheid hier minder een trekkende rol in.
-
5. MOBILITEIT
Met de trein?
De federale overheid herbevestigt het openbare dienstcontract met de NMBS, maar ze hebben het dan vooral over meer reizigers, een betere stiptheid en nieuwe treinen. Zaken waar de pendelaar zeker wakker van ligt. De leegstaande stations, en dat worden er heel wat, moeten omgevormd worden tot buurtpunten, dit in samenwerking met de lokale besturen. Misschien liggen daar nog opportuniteiten voor de sociale economie.
Of dan maar met de fiets.
Betere en veiliger fiets- en autoparkings zijn een ander speerpunt in het meerjareninvesteringsplan van NMBS en dit plan zal uitgevoerd worden. Ook Be Cyclist, het actieplan ter Promotie van de Fiets, krijgt een opvolger.
WAT NU?
We kijken uit naar de concretisering van de vele maatregelen uit het regeerakkoord, in de eerste plaats op het gebied van arbeidsmarkt. Waar het de sociale economie aanbelangt, zullen we uiteraard ook proactief de nodige stappen ondernemen richting de bevoegde kabinetten.